Nina, wijkverpleegkundige: 'Denk na over het ouder worden en bereid je voor’

5 april 2023

Artikel Eindhovens Dagblad, Vanda van der Kooi - tekst en Kees Martens - fotografie

Ouderen moeten zo lang mogelijk thuis blijven wonen, zo luidt al jaren het devies in Nederland. Maar hoe lang gaat dat goed, en kan de wijkverpleging dat aan? ,, We moeten het anders doen, maar hoe?”, zegt wijkverpleegkundige Nina Vos van ZuidZorg. Het ED liep een ochtend met haar mee.

07:20 Voordat we de auto instappen voor haar ochtendronde, checkt Nina eerst haar werkapp. ,,Gisteren viel er iemand uit. Een collega kon gelukkig nog snel opvang voor de kinderen regelen en inspringen, anders hadden we er allemaal extra cliënten bij gekregen.” Niet dat het de 54-jarige Waalrese iets uitmaakt. ,,Ik hou van de hectiek die bij dit vak hoort. Hoe drukker, hoe liever.”

07:30 Op het eerste adres van deze ochtend loopt Nina vrijwel direct vanuit de warme huiskamer naar boven. Ze begroet de 89-jarige man die ligt te wachten in bed, en helpt hem met wat moeite eruit. Dan geleidt ze hem, voetje voor voetje, naar de badkamer.

Als hij even later langzaam met de traplift naar beneden komt, heeft zijn echtgenote al zijn ontbijtje klaar gezet: Een gekookt eitje, een beker met een rietje en een boterham met rookvlees. ,,In kleine stukjes gesneden, want hij heeft moeite met slikken”, vertelt ze. ,,En het eitje moet ik hem straks voeren.”

De Veldhovense pakt Nina bij de arm en schiet vol. Want dit is een van de laatste keren dat ze thuis het ontbijt voor haar man klaar heeft gemaakt: over twee dagen wordt hij opgenomen in verpleeghuis Merefelt. Ze heeft jaren voor hem gezorgd. Maar nu wordt de zorg haar teveel, ze kan niet meer. ,,Ik heb wel eens geroepen: ik zal blij zijn als je eenmaal daar bent. Ik ben telkens zo bang dat hij valt. Het afgelopen jaar is dat al tien keer gebeurd. Gelukkig had hij elke keer niks gebroken.”

Ze is ook blij dat het Merefelt is geworden. Daar kan ze gemakkelijk naar toe, en haar man kent het zorgcentrum al van zijn dagbesteding. De wachtlijsten voor verpleeghuizen zijn lang, dus dat hij in Veldhoven kan blijven is een meevaller. ,,Ze hadden me van tevoren gewaarschuwd dat hij ook in Weert of Breda terecht kon komen.” Nina biedt een luisterend oor en helpt ondertussen meneer in zijn stoel. Dan klapt ze naast de orchideeën op tafel haar laptop nog snel even open voor de rapportage aan haar avondcollega.

Over een paar dagen woont de Veldhovense voortaan alleen thuis. Wie zorgt er dan eigenlijk voor haar, als zij zelf een keer zou vallen? Daar heeft ze al goed over nagedacht. ,,De traplift blijft, ook al heb ik hem nu niet nodig. En het alarm dat mijn man om had, neem ik nu zelf”, zegt ze bij het afscheid.

08:35 Het huis waar we binnenkomen is groot. Zo groot, dat het even duurt voordat de 88-jarige bewoonster met haar rollator naar ons toe is geschuifeld. Nina geeft haar een injectie met vitamine B12, checkt de voorraad medicijnen in huis, vraagt het mailadres van haar zoon en moppert tussendoor op de verpakking van de oogdruppels. ,,Het plastic is veel te hard. Ouderen hebben vaak geen kracht meer in de vingers. Als de fabrikant dat nou anders deed, zouden veel ouderen zich die druppels zelf toe kunnen dienen.”

De bejaarde dame is blij dat er iemand langs komt. ,,Oud worden, ik vind er niet veel aan. Mijn man is zes jaar geleden overleden, ik zit de hele dag alleen.” Nina luistert, en trekt ondertussen ook de steunkousen van mevrouw aan. ,,Die verbeteren de bloedsomloop en voorkomen dat mensen te dikke onderbenen krijgen. Dat laatste voorkomt weer dat hun schoenen gaan knellen en ze minder gaan bewegen.” Als we weer in de auto stappen, vertelt Nina dat mevrouw een dag per week naar de dagbesteding gaat. ,,Ik heb voorgesteld om vaker te gaan, maar dat vindt ze toch een moeilijke stap.”

Zorgen over de toekomst

09:00 Een sleutel in een muurkastje biedt toegang tot de moderne flat van een reumapatiënte. In een elektrische rolstoel rijdt ze de wijkverpleegkundige voor naar de badkamer. Nina helpt haar met wassen en aankleden. Door de reuma kan de vrouw haar handen niet goed gebruiken, dus dit keer hoort daar ook het indoen van het gehoorapparaat bij. In de boekenkast staat een bidprentje van haar geliefde man, die ze sinds 2021 moet missen. ,,Ze krijgt drie keer per dag hulp, maar kan zich verder heel goed redden”, zegt Nina.

Nina komt hier al lang, de twee gaan als vanzelf samen in de weer in de keuken. Terwijl de vrouw koffie zet, smeert Nina haar boterhammen voor straks. Maar onder de koffie vertelt ze toch iets dat een verrassing is voor haar cliënte: dat ze eerder beleidsmedewerker en directeur wijkzorg was bij ZuidZorg. ,,En nu ben ik dus zelf wijkverpleegkundige. Ik wilde altijd heel graag terug in de zorg, dat is echt mijn ding. En ik ben erg bezorgd over de toekomst. We moeten het anders doen, maar hoe?”

ZuidZorg zet in op meer zelfredzaamheid

Naar verwachting stijgt het aantal alleenwonende 75-plussers van circa 660.000 in 2018 naar bijna 950.000 in 2030. Het kabinet wil de groeiende zorgvraag zo veel mogelijk opvangen door verpleeghuiszorg thuis. De druk op de wijkverpleging neemt zo toe.

,,Best veel collega’s stromen uit. Het wordt heel spannend de komende jaren. Maar als er ergens winst te halen valt, dan is het op het gebied van zelfredzaamheid”, denkt Nina. ,,Vanuit ZuidZorg voeren we ook adviesgesprekken met ouderen. Wat vinden ze belangrijk in hun leven? Wat kunnen ze weer zelf leren? We halen er een fysio- of ergotherapeut bij, zodat ze meer zelfvertrouwen krijgen en weer in beweging komen. We zeggen ook: denk na over het ouder worden en bereid je voor. Pas je huis aan en neem, als dat kan, bijvoorbeeld een inloopdouche. Wacht niet tot het niet meer gaat, tot je een keer valt.”

Soms zijn cliënten in het verleden ‘vertroeteld’. ,,Ze kregen bijvoorbeeld hulp bij het aankleden, terwijl dat eigenlijk niet nodig is. Zulke mensen stimuleren we om weer meer zelf te doen. Maar dat is moeilijk. Veel mensen zijn eenzaam, ze vinden het gezellig als er vaak iemand langs komt.”

09:45 Door het zonovergoten appartement van de 96-jarige klinkt klassieke muziek. De cliënte kijkt licht verrast op, ze had ons niet horen aankomen. Maar ze verwacht Nina wel, ze weet dat ze komt voor haar oogdruppels.

De kinderen zijn bezorgd: is ze niet veiliger in een verpleeghuis? Nina hoopt dat ze thuis blijft. ,,Wij denken dat dit met onze ondersteuning goed kan. En ze woont hier zo graag.” De 96-jarige knikt. Ze doet ook haar best ‘bij’ te blijven. ,,Ik doe elke dag een taaltraining online, afwisselend Frans, Duits, Engels en Nederlands.” Elke week ontvangt ze ook nog vriendinnen van haar vroegere yogaclubje, al is dat inmiddels flink uitgedund. ,,Van de zes zijn er al vier dood.”

Sommige cliënten hebben alleen tijdelijk zorg nodig, na een operatie

10:15 In de gang van het nieuwbouwhuis hangen foto's van een stralend gezin, in de huiskamer staat een poppenhuis met barbies. Een deel van de cliënten van ZuidZorg heeft alleen tijdelijk hulp nodig, na een operatie. Zoals deze 42-jarige moeder. ,,Ik heb een levertransplantatie ondergaan.”

Ze kijkt er naar uit om weer met volle teugen van het leven te genieten. Maar eerst moet ze herstellen. Ze gaat op bed liggen en slaat haar bovenkleding open. Nina controleert zorgvuldig alle gehechte plekken. ,,De wond heelt goed. Het ziet er heel netjes uit.” In de badkamer wast ze de voeten van de vrouw. Voor het laatst: ,,Deze week ga ik proberen weer zelf te douchen.”

11:15 We rijden door naar het laatste adres van deze ochtend. Daar werkt Nina meestal samen met een tweede collega, omdat de 81-jarige man extreem stram is. Vroeger werkte hij als onderzoeker op het Natlab van Philips, nu laat hij alle zorg gelaten over zich heen komen.
De ziekte van Alzheimer heeft hard toegeslagen, zijn gezondheid is de afgelopen maanden snel achteruitgegaan. Binnenkort gaat hij naar het verpleeghuis. Zijn vrouw kan het niet bevatten. ,,Met de kerst kon je nog lopen”, zegt ze ontredderd tegen haar man. Voor de zorg heeft ze niets dan lof. ,,Ook die van het nachtzorg-team. Toen mijn man laatst uit zijn bed viel, waren ze heel snel hier. Fantastisch.”

Het loopt tegen enen. We zijn zes cliënten verder. Terwijl de verslaggever lichtelijk vermoeid afzwaait, is Nina Vos nog maar halverwege haar dienst. Ze oogt nog net zo monter als vanochtend vroeg. Hoe doet ze dat toch? Eén ding is duidelijk: Als de zorg mensen als zij kon klonen, waren er een stuk minder problemen.

Geen extra budget voor begeleiding leerlingen

Maar het opleiden van extra wijkverpleegkundigen is juist een struikelblok, vertelt ze. ,,Als ik iets zou mogen wensen, dan is het dat de zorgverzekeraars extra budget geven voor het begeleiden van leerlingen. Nu moet je dat bij wijze van spreken in je eigen tijd doen, want in de tarieven voor wijkverpleging houden ze er geen rekening mee. Maar we zullen toch sámen moeten investeren in de zorgverleners van de toekomst.”

Naschrift: De laatste cliënt die Nina Vos en haar collega op deze ochtendronde verzorgden is een aantal dagen geleden overleden.

Foto door Kees Martens - DCI Media